fallback-bg-light

The right to forgotten. Wat is dat?

28 december 2021
/  Stephan Mulders

Aktuelles sind nur auf Niederländisch verfügbar.

The right to forgotten. Wat is dat?

Met the right to be forgotten wordt in het normale spraakgebruik gedoeld op het recht om bepaalde websites in zoekresultaten te blokkeren. De blokkade geldt alleen wanneer gezocht wordt naar de naam van betrokkene. De website kan nog steeds gevonden worden met andere zoekopdrachten.

In 2014 won de heer Costeja een landmark procedure bij het Hof van Justitie, de hoogste Europese rechter. Costeja werd namelijk steeds geconfronteerd met berichten over een oud faillissement. Hij verzocht Google om deze berichten te verwijderen. De hoogste rechter gaf Costeja gelijk en bepaalde dat natuurlijke personen in beginsel een vergeetrecht hebben. In 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Europese privacywet, van kracht gegaan. Artikel 17 AVG legt the right to be forgotten vast.

Ik wil vergeten worden!

De voordelen van the right to be forgotten

Sinds 2014 hebben miljoenen mensen gebruik gemaakt van the right to be forgotten. Het is een zeer efficient en effectieve manier om negatieve berichten ontoegankelijk te maken. Belangrijk kenmerk van the right to be forgotten is dat de achterliggende website niet van het internet of uit de zoekresultaten verwijderd wordt. De pagina wordt alleen geblokkeerd wanneer gezocht wordt naar een bepaalde naam. Zo op het eerste gezicht lijkt dat weinig zinvol. Vrijwel alle informatie op internet wordt echter gezocht via zoekmachines, zoals Google. Wanneer iemand informatie zoekt over een bepaald persoon, zal hij een zoekopdracht gebruiken met de naam van die persoon. Op basis van die resultaten wordt een beeld gevormd van die persoon. Als een website dus niet meer in de zoekresultaten voorkomt, is het onwaarschijnlijk dat de website gevonden wordt door mensen die informatie zoeken over die persoon.

The right to be forgotten is een sterk recht. Het Hof heeft bepaald dat een betrokkene in beginsel recht heeft om vergeten te worden, tenzij het publiek een overwegend belang heeft om kennis te nemen van de achterliggende informatie. Dat betekent dat de zoekmachine dient te bewijzen dat een dergelijk belang bestaat. Zo’n belang kan bijvoorbeeld bestaan omdat de betrokkene een politiek persoon is, of omdat hij onderwerp is van een maatschappelijk debat. Echter, zelfs als dat het geval is dan kan een bepaald resultaat door het tijdsverloop niet meer relevant zijn.

Daarnaast omvat the right to be forgotten een simpele en snelle procedure. Men kan eenvoudig bij Google een formulier invullen. Als dat wordt afgewezen dan is het mogelijk om de Autoriteit Persoonsgegevens aan te schrijven of zelf een verzoekschrift in te dienen bij de rechtbank. Zo’n verzoekschrift is een laagdrempelig alternatief voor een normale dagvaardingsprocedure.

Het is vanzelfsprekend ook mogelijk om de websitehouder direct aan te schrijven en te verzoeken om de website te verwijderen. Die websitehouder kan zich echter beroepen op zijn vrijheid van meningsuiting. Dat recht is in principe net zo waardevol als het recht op privacy van de betrokkene. In zo’n geval zal een rechter een belangenafweging maken, die beide kanten op kan vallen. Zoals al eerder aangegeven is bij the right to be forgotten verwijdering uitgangspunt en laten staan de uitzondering. Bovendien zijn er situaties waarin een websitehouder wél een belang heeft om de informatie te verspreiden, maar Google geen belang om deze informatie in haar zoekresultaten weer te geven. Voorbeeld is een krantenarchief. De krant heeft het recht om oude artikelen in haar archief te bewaren, zodat dit archief een accuraat beeld vormt. Dat archiefrecht wijkt bijna nooit. In zo’n geval kan een vergeetrecht verzoek wél slagen, omdat dit resultaat wellicht verouderd is.

Tot slot is de websitehouder vaak anoniem of host hij in het buitenland. Dan kan het kostbaar zijn om zijn identiteit te achterhalen. Bovendien kan een procedure tegen de websitehouder ingewikkelder en kostbaarder zijn.

Hoe werkt the right to be forgotten

Een beroep op the right to be forgotten begint met het indienen van een verzoek bij Google. Dat kan eenvoudig via het formulier dat Google online heeft geplaatst. Het is wel belangrijk het verzoek goed te onderbouwen. Hoe beter de onderbouwing, hoe groter de kans dat het verzoek wordt toegewezen.

Als Google het verzoek afwijst zijn er twee mogelijkheden. Ten eerste is het mogelijk een bemiddelingsverzoek te sturen aan de Autoriteit Persoonsgegevens. De Autoriteit Persoonsgegevens zal dit verzoek vervolgens beoordelen op basis van haar standaarden.

Als de Autoriteit Persoonsgegevens het verzoek afwijst, dan kunt u een verzoek indienen bij de rechtbank. De rechtbank maakt vervolgens een belangenafweging en kan Google dan veroordelen om bepaalde zoekresultaten te verwijderen.

Hoewel het uitgangspunt is dat zoekresultaten verwijderd moeten worden, maken zowel de Autoriteit Persoonsgegevens als de rechter een belangenafweging. Google mag de resultaten namelijk laten staan, als zij kan aantonen dat deze relevant zijn. Dat wordt onder andere bepaald aan de hand van de volgende factoren:

  1. Hoe oud is de informatie? Oude informatie is vaak niet meer relevant. Zelfs als iemand in het verleden erge dingen heeft gedaan, kan hij zijn leven beteren, waardoor de informatie niet meer relevant is.
  2. Gaat het over een onderwerp van publiek debat? Sommige onderwerpen vormen onderwerp van het publiek debat. Het publiek heeft dan een sterk recht om kennis te nemen van die informatie. Bijvoorbeeld zware misdaden, informatie over overheden, belangrijke maatschappelijke gebeurtenissen. Dit soort berichten blijven langer relevant.
  3. Is de betrokkene een publiek persoon? Publieke personen zijn bijvoorbeeld politici, beroemdheden, sporters en bekende zakenmensen. Zij hebben minder recht op privacy omdat ze bewust in de bekendheid zijn getreden. Resultaten over hen blijven dan ook langer relevant. Echter dat wil niet zeggen dat ze nooit een recht op privacy hebben. Als een bekend persoon privé-dingen doet, kan hij deze ook beschermen.
  4. Is de betrokkene minderjarig? Minderjarigen hebben een sterker recht op privacy.
  5. Bevat de URL gevoelige gegevens zoals seksuele, medische of strafrechtelijke gegevens of een BSN? Dergelijke gegevens worden sterker beschermd en kunnen dus eerder verwijderd worden.

Hulp bij the right to be forgotten

The right to be forgotten omvat in essentie een eenvoudige en doeltreffende procedure. Echter, zij kan niet in alle gevallen worden toegepast. Bovendien neemt de slagingskans aanzienlijk toe als het verzoek goed onderbouwd wordt.

Neem daarom vrijblijvend contact op met Stephan Mulders, Advocaat vergeetrecht te Amsterdam. Hij beoordeelt uw casus en geeft meteen advies. Neem contact met hem op via s.mulders@vandiepen.com of vul het contactformulier in.

Stephan
Mulders
Privacyrecht, Intellectueel Eigendomsrecht, ICT & Media