fallback-bg-light

Betalen van uitgestelde belastingen niet mogelijk? Een buitengerechtelijk akkoord biedt mogelijk uitkomst!

8 september 2022
/  Michiel van der Hoeven

Les actualités sont disponibles uniquement en néerlandais.

Le paiement des impôts différés n'est pas possible ? Un accord extrajudiciaire peut offrir une solution !

Veel bedrijven kampen na de Coronacrisis met hoge schulden; bijvoorbeeld door de uitgestelde belastingen. Helaas zullen sommige ondernemers moeten concluderen dat hun bedrijf de schulden niet volledig zal kunnen terugbetalen. Het getuigt juist van een goede bedrijfsvoering als dit op tijd wordt gesignaleerd, zodat nog kan worden geprobeerd het tij te keren. In dit blog wordt ingegaan op één van de mogelijkheden om schulden te saneren: het buitengerechtelijk akkoord. Door tijdelijk beleid van de Belastingdienst is de kans op het slagen van zo’n akkoord bovendien vergroot.

Na afschaffing van de Coronamaatregelen krijgen bedrijven inmiddels ook te maken met gestegen kosten (denk aan de energiecrisis) en soms komt de omzet niet meer terug op het oude niveau. Anders dan toen er nog wel Coronamaatregelen golden, ontvangen bedrijven nu geen financiële compensatie/steun meer van de overheid. Het is de verwachting dat veel bedrijven in financiële moeilijkheden zullen komen. Zeker nu in beginsel vanaf 1 oktober a.s. in ieder geval moet worden gestart met het terugbetalen van de uitgestelde belastingen.

Als wordt voorzien dat niet alle schulden betaald kunnen worden, kan een zogenoemd ‘onderhands akkoord’ worden aangeboden aan de schuldeisers. Dit wordt ook wel een ‘buitengerechtelijk’ akkoord genoemd. Dat betekent dat hier geen bijzondere bepalingen over zijn opgenomen in de wet en er in beginsel ook geen rechter aan te pas komt. Een buitengerechtelijk akkoord is juridisch gezien slechts een overeenkomst tussen de schuldenaar en haar schuldeisers. Groot voordeel is dan ook dat de kosten over het algemeen relatief laag zijn en je grote vrijheid hebt om het akkoord op verschillende manieren vorm te geven.[1] De meest voorkomende manier is dat een derde (bijvoorbeeld de aandeelhouder) bereid is een geldbedrag ter beschikking te stellen, waarbij de schuldeisers genoegen nemen met bepaald percentage van hun vordering en voor het overige kwijting verlenen.

Voor het slagen van een buitengerechtelijk akkoord is medewerking van alle schuldeisers nodig. Een crediteur is in principe niet verplicht om hieraan mee te werken en één schuldeiser kan dus een akkoord frustreren. Slechts onder bijzondere omstandigheden – als de schuldeiser zich zo onredelijk opstelt dat hij daarbij misbruik van zijn bevoegdheid maakt – kan een schuldeiser worden gedwongen tot instemming met het akkoord. In dat geval moet men dus wél naar de rechter.

Het buitengerechtelijk akkoord wordt in de praktijk ook wel gebruikt als een voorportaal van een gerechtelijk akkoord. Sinds de Wet homologatie onderhands akkoord (de ‘WHOA’) op 1 januari 2021 in werking is getreden, is het mogelijk om via een speciale procedure bij de rechtbank buiten faillissement een akkoord aan te bieden. Daarbij kunnen dwarsliggende schuldeisers gedwongen worden om mee te werken. Meer daarover leest u hier.

Positie Belastingdienst

Vorderingen van de Belastingdienst zijn ‘preferent’. Dit betekent dat de wet hieraan voorrang toekent boven ‘gewone’ (handels)vorderingen. Bijvoorbeeld in geval van faillissement zal de Belastingdienst worden voldaan uit de opbrengsten vóór de zogenoemde ‘concurrente’ crediteuren.  Sinds jaar en dag heeft de Belastingdienst beleid (de ‘Leidraad Invordering 2008’), waaruit volgt dat zij onder bepaalde omstandigheden medewerking verleent aan een akkoord (gerechtelijk of buitengerechtelijk en in- of buiten faillissement). De belangrijkste voorwaarde bij een akkoord is dat de Belastingdienst het dubbele percentage dient te worden aangeboden van het percentage dat aan de concurrente schuldeisers wordt aangeboden.

De Belastingdienst heeft vanwege Corona haar beleid echter aangepast. In de periode van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 accepteert de Belastingdienst hetzelfde uitkeringspercentage als dat aan de concurrente schuldeisers wordt aangeboden. Dit zal er naar verwachting voor zorgen dat voor een groot aantal ondernemers de slagingskans van een akkoord aanzienlijk wordt vergroot.

Uiteraard kunnen wij verder helpen bij het maken van een keuze over het al dan niet aanbieden van een (buiten)gerechtelijk akkoord en dit verder begeleiden. Ook als u als schuldeiser te maken krijgt met een debiteur die een akkoord aanbiedt, is het raadzaam om daarover juridisch advies in te winnen.

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of op het gebied van insolventie en herstructurering in het algemeen? Neem dan contact op met Michiel van der Hoeven.

[1] Al zijn in de rechtspraak wel een aantal criteria ontwikkeld, waaraan het akkoord moet voldoen. Zo moet bijvoorbeeld aannemelijk worden gemaakt, dat wanneer niet wordt ingestemd er een faillissement zal volgen waarbij de schuldeisers niets (althans aanzienlijk minder) ontvangen.

Michiel
van der
Hoeven
Fusions & Acquisitions , Droit des sociétés, Insolvabilité et restructuration

Bureaux