fallback-bg-light

Derdenwerking van een overeenkomst: Deel II (vervolg op Deel I van donderdag 16 december 2021)

21 december 2021

News items are available in Dutch only.

Third-party effects of an agreement: Part II (continuation of Part I of Thursday, December 16, 2021)

Stel: U schakelt een aannemer in om uw huis te laten renoveren. Onderdeel van de renovatie is het plaatsen van zonnepanelen. De hoofdaannemer koopt deze zonnepanelen in bij een leverancier. De leverancier (de onderaannemer) komt zijn verplichting uit de overeenkomst met de hoofdaannemer niet na, omdat (een deel van) de zonnepanelen defect zijn of niet het gewenste rendement opleveren. Welke mogelijkheden heeft de opdrachtgever om de onderaannemer aan te spreken?

Schematisch ziet dat er als volgt uit:

Tussen de opdrachtgever en hoofdaannemer vloeit overeenkomst I voort en tussen de hoofdaannemer en de onderaannemer overeenkomst II. De opdrachtgever heeft dus niet rechtstreeks een overeenkomst met de onderaannemer.

Het uitgangspunt van het Nederlandse contractenrecht is dat een overeenkomst enkel werking heeft tussen partijen bij die overeenkomst. Het is daarom voor de opdrachtgever niet mogelijk om de onderaannemer rechtstreeks verantwoordelijk te stellen voor het geleverde werk en bijvoorbeeld nakoming of schadevergoeding op grond van de overeenkomst II te vorderen.

In deze tweeluik bespreek ik twee mogelijkheden. In deze eerste editie stond ik stil bij de onrechtmatige daad. Lees hier deel I. In deze tweede editie wordt gekeken of de overgang van kwalitatieve rechten een oplossing biedt.

Artikel 6:251 BW regelt de figuur van de overgang van kwalitatieve rechten. Dit artikel bevat een uitzondering op bovengenoemd uitgangspunt. Op basis van dit artikel krijgt de koper van een goed, naast het goed ook de bijbehorende rechten (zoals garanties), indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • Het recht vloeit voort uit een overeenkomst;
  • Het recht is voor overgang vatbaar;
  • Het recht staat in verband met een goed;
  • De schuldeiser verliest door overgang zijn belang bij het recht.

De vraag rijst of de opdrachtgever op basis van dit artikel ook een vordering tot nakoming of schadevergoeding kan vorderen. In de toelichting op artikel 6:251 BW wordt deze vraag bevestigend beantwoord. Maar let op! De opdrachtgever moet wel goed kunnen onderbouwen dat de hoofdaannemer zijn belang bij het recht op nakoming of schadevergoeding verliest.

Uit deze tweeluik blijkt dat er mogelijkheden zijn voor de opdrachtgever om de onderaannemer rechtstreeks aan te spreken.

Heeft u vragen? Neem dan contact op met onze sectie ondernemingsrecht en/of procesrecht in Utrecht.

Locations