fallback-bg-light

Uitspraak Hoge Raad Srebrenica

19 juli 2019
/  Simon van der Sluijs

News items are available in Dutch only.

Uitspraak Hoge Raad Srebrenica

Voorgeschiedenis

In 2004 zijn wij begonnen met de voorbereiding van deze zaak. In 2007 volgde de procedure tegen de Staat en de VN. In alle gerechtelijke instanties werd geoordeeld dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft voor zover de vorderingen zijn gericht tegen de VN. Daarop werd de procedure inhoudelijk alleen voortgezet tegen de Staat. Vandaag oordeelde de Hoge Raad in hoogste instantie over de aansprakelijkheid van de Staat.

Onrechtmatig handelen

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld waar het de evacuatie betreft van de 5.000 vluchtelingen die aan het einde van middag op 13 juli 1995 op de VN-compound verbleven. Onder hen bevonden zich ongeveer 350 mannen en jongens.

Dutchbat heeft nagelaten om deze groep vluchtelingen de keuze te bieden om op de compound te blijven, hoewel dat mogelijk was. Daardoor heeft Dutchbat hen de kans onthouden om uit de handen van de Bosnische Serven te blijven. Dat was onrechtmatig omdat Dutchbat wist dat de mannelijke vluchtelingen een ernstig risico liepen op mishandeling en moord door de Bosnische Serven, en al het mogelijke gedaan moest worden om dat te voorkomen.

Schadevergoeding

De Hoge Raad schat de kans dat de groep mannelijke vluchtelingen uit handen van de Bosnische Serven zouden zijn gebleven, als hen de keuze was geboden om op de compound te blijven, op 10%. De aansprakelijkheid van de Staat is volgens de Hoge Raad daarom beperkt tot 10% van de schade die de nabestaanden van deze 350 mannelijke vluchtelingen hebben geleden.

Duiding uitspraak en vervolg

Met de uitspraak van de Hoge Raad staat de aansprakelijk van de Staat voor de dood van de 350 mannen en jongens vast. Dat de aansprakelijkheid is beperkt tot slechts 10% van de schade is arbitrair, niet in de laatste plaats omdat dit punt geen onderdeel heeft uitgemaakt van het partijdebat in de procedure. Onderzocht zal worden of tegen dit onderdeel van de uitspraak beroep open staat bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Namens de nabestaanden van de circa 350 vermoorde mannen en jongens, zal nu aanspraak worden gemaakt op schadevergoeding. Mocht een schikking met de Staat onverhoopt niet mogelijk blijken dan zal over de vaststelling van de hoogte van de schadevergoeding een nieuwe procedure moeten worden gevoerd. Het is voor deze nabestaanden te hopen dat dit niet nodig zal zijn.

S. van der Sluijs

19 juli 2019

Collectieve acties
Simon
van der
Sluijs
Collectieve acties, Procesrecht, Ondernemingsrecht, Europees- en internationaal recht

Locations