bouw

Aansluitplicht versus transportplicht

9 oktober 2025
/  Sander Hartog MRICS

News articles are available in Dutch only.

Aansluitplicht versus transportplicht

De elektrificatie van onze samenleving legt enorme druk op het Nederlandse elektriciteitsnet. In steeds meer regio’s is sprake van netcongestie: een tekort aan transportcapaciteit waardoor nieuwe aansluitingen of uitbreidingen niet direct mogelijk zijn. Dit raakt rechtstreeks bouw- en gebiedsontwikkelingen. De vraag rijst: welke juridische kaders zijn hier van belang, en hoe kunt u zich als ontwikkelaar of investeerder hierop voorbereiden?

Aansluitplicht versus transportplicht

Op grond van de Elektriciteitswet 1998 hebben netbeheerders een aansluitplicht. Een tekort aan capaciteit is in beginsel geen reden om een aansluiting te weigeren. Toch leert de praktijk dat zonder transportcapaciteit een aansluiting weinig waarde heeft. Uit de meest recente rechtspraak blijkt dat de aansluitplicht en transportplicht nauw met elkaar verweven zijn: hierdoor komt het steeds vaker voor dat een netbeheerder het verweer voert niet te hoeven aansluiten omdat er toch geen transportcapaciteit beschikbaar is.

Voor kleinverbruikers golden vaste termijnen (12, 18 en 52 weken), maar het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft deze termijnen inmiddels onverbindend verklaart. Hangende een nadere besluitvorming van het ACM hieromtrent geldt het criterium “redelijke termijn”.

Voor grootverbruikers gelden sinds 2025 gedifferentieerde termijnen in de Netcode Elektriciteit:

  • 26 weken (laag complex),
  • 52 weken (redelijk complex),
  • onbepaald (hoog complex).

 

Nieuwe instrumenten tegen netcongestie

De ACM heeft in de Netcode nieuwe instrumenten vastgelegd. Netbeheerders moeten eerst congestiemanagementmaatregelen toepassen voordat zij transport weigeren. Denk aan:

  • het inkopen van flexibiliteit bij partijen met overcapaciteit;
  • het inzetten van tijdsgebonden of variabele transportrechten.

Sinds april 2025 zijn er flexibele transportrechten geïntroduceerd, zoals het tijdsblokgebonden transportrecht: recht op transport in afgesproken uren (bijvoorbeeld ’s nachts), buiten piekmomenten. Dit creëert ruimte voor nieuwe projecten binnen bestaande netcapaciteit.

Juridische discussiepunten

Juridisch spelen tegenwoordig onder andere de volgende knelpunten en onderwerpen:

  • Prioritering: wie krijgt voorrang bij een vol net? Het huidige beleid (ACM, 2023) is aangevochten en opnieuw in ontwikkeling. Alleen specifieke categorieën, zoals ziekenhuizen en warmtevoorzieningen, vallen onder “algemeen belang”. Congestieverzachters en cable pooling vallen daar nadrukkelijk niet onder.
  • Contractuele flexibiliteit: nieuwe contractvormen (zoals capaciteitbeperkingscontracten of non-firm verbindingen) roepen vragen op over afdwingbaarheid en schade bij overschrijding.
  • Rechterlijke toetsing: rechters leggen netbeheerders soms verplichtingen op, zelfs bij aangevoerd capaciteitsgebrek (zie bijv. de Enexis-zaak over laadstations).

Nieuwe Energiewet 2026

Met de komst van de nieuwe Energiewet per 1 januari 2026 verandert het speelveld verder:

  • “Use it or lose it” (GOTURK): ongebruikte capaciteit kan worden ingetrokken.
  • Netbeheerders krijgen bevoegdheden om maatregelen af te dwingen en capaciteit te herverdelen.
  • Bij gebiedsontwikkeling wordt steeds vaker gewerkt met buurtbudgetten: een collectieve hoeveelheid capaciteit waarbinnen alle plannen moeten passen, vaak ondersteund door batterijen of groepstransportovereenkomsten.

Praktische tips voor ontwikkelaars en investeerders

  1. Onderzoek vroegtijdig de netcapaciteit in uw projectgebied.
  2. Zoek samenwerking: collectieve oplossingen (buurtbudget, batterijen) bieden meer kans op aansluiting.
  3. Let op contractvoorwaarden: nieuwe vormen van transportrechten vragen om scherp juridisch advies.
  4. Bereid geschillenstrategie voor: bij onredelijk lange wachttijden of niet-nageleefde verplichtingen kan beroep op de ACM en rechterlijk toetsing zinvol zijn.

Conclusie

Netcongestie is een structureel vraagstuk dat de komende jaren bepalend zal zijn voor de haalbaarheid van bouw- en gebiedsontwikkelingen. Vooruitdenken en juridisch maatwerk zijn essentieel. De kernboodschap: energievoorziening is geen sluitstuk meer, maar een randvoorwaarde voor ontwikkeling.

Dit is een artikel van mr. Sander Hartog, advocaat en partner bij Van Diepen Van der Kroef Advocaten, vestiging Alkmaar. Heeft u vragen over dit onderwerp of wenst u nadere toelichting, neem dan gerust contact op via telefoonnummer 072 – 512 13 00 of via email s.hartog@vandiepen.com.

Vastgoed en bouw

Sander

Hartog

MRICS

Vastgoed en bouw, Mediation handels- en arbeidsgeschillen, Bestuursrecht en milieurecht

Locations