fallback-bg-light

Werkgever dient opleidingskosten binnen tweede spoor te betalen

19 mei 2014

Werkgever dient opleidingskosten binnen tweede spoor te betalen

Als een zieke werknemer zijn eigen arbeid niet meer kan verrichten en in het bedrijf van zijn werkgever ook geen andere passende arbeid voorhanden is, dient de werkgever voor de zieke werknemer op zoek te gaan naar passende arbeid bij een andere werkgever. In de navolgende zaak rijst de vraag of de werkgever in het kader van deze zoektocht gehouden is om de opleiding van de werknemer tot Middelbare Veiligheidskunde te bekostigen.

Werknemer in deze zaak is met ingang van 15 april 2008 in dienst getreden van werkgever. Per 14 september 2010 is werknemer arbeidsongeschikt geraakt als gevolg van een huidziekte en chronische knieklachten.

Re-integratie

Een arbeidsdeskundige van Stigas, de verzuimverzekeraar van werkgever, heeft in april 2011 een arbeidskundig onderzoek ingesteld naar de vragen of werknemer in staat is om de eigen functie nog te vervullen, of er aanpassingen zijn te treffen waardoor de eigen functie geschikt kan worden gemaakt en of er mogelijkheden zijn om werknemer te begeleiden naar een functie bij de eigen of een andere werkgever.

In de schriftelijke rapportage van het arbeidskundig onderzoek d.d. 27 april 2011 meldt de arbeidsdeskundige onder meer dat werknemer niet in staat is om de eigen functie te vervullen, er geen mogelijkheden zijn om de eigen functie aan te passen en er bij werkgever geen re-integratiemogelijkheden en geen vacatures zijn. Hierdoor is werknemer aangewezen op externe re-integratie, aldus de arbeidsdeskundige. De arbeidsdeskundige adviseert dan ook inzet van “het tweede spoor” en begeleiding van werknemer naar werk bij een nadere werkgever, eventueel eerst op detacheringsbasis.

In april/mei 2011 is het bureau Scholte Advisering ingeschakeld voor de begeleiding van de re-integratie in het tweede spoor.

Werknemer heeft aan werkgever te kennen gegeven dat hij – in het kader van zijn re-integratie in het tweede spoor – de opleiding MVK (Middelbare Veiligheidskunde) wil gaan volgen en heeft in het verlengde daarvan aan werkgever verzocht om een bijdrage te leveren in de studiekosten voor die opleiding.

In reactie op dit verzoek heeft werkgever werknemer bij brief van 13 oktober 2011 een conceptovereenkomst studiekostenvergoeding toegezonden. In deze overeenkomst is onder meer vermeld dat werknemer gedeeltelijk bijdraagt in de kosten van de opleiding door middel van een gefaseerde afbouw van zijn loon.

Werknemer heeft de conceptovereenkomst niet ondertekend, aangezien hij het niet eens was met de daarin opgenomen loonbetalingsregeling.

Werknemer is in september 2011 met de opleiding MVK begonnen. Hij heeft het diploma van deze opleiding behaald.

Werknemer heeft van 21 september 2011 tot en met 28 februari 2012 stage gelopen bij het bedrijf Safety. De stage was bedoeld om werknemer in verband met zijn opleiding MVK in de gelegenheid te stellen om werkervaring op te doen.

Op 9 juli 2012 is een detacheringsovereenkomst tussen werkgever als uitlener en Safety als inlener gesloten, op grond waarvan werkgever werknemer voor de periode van 1 juli 2012 tot en met 13 september 2012 heeft uitgeleend aan Safety. In de detacheringsovereenkomst is tevens opgenomen dat het de intentie van Safety is om werknemer met ingang van 14 september 2012 in dienst te nemen.

Werknemer is per 14 september 2012 daadwerkelijk bij Safety in dienst getreden.

In het najaar van 2012 is tussen werknemer en werkgever gecorrespondeerd over de afwikkeling van het dienstverband. In dit verband heeft werknemer aanspraak gemaakt op vergoeding van de studiekosten MVK. Partijen hebben in dezen evenwel geen overeenstemming bereikt.

Stigas, de verzuimverzekeraar van werkgever, heeft 1/3 deel van de opleidingskosten MVK voor haar rekening genomen en uitgekeerd.

Vordering werknemer

Werknemer vordert betaling van een bedrag van € 6.322,68 aan re-integratiekosten. Deze kosten bestaan uit de (resterende) kosten van de opleiding MVK ad € 5.117,-, alsmede in het kader van deze opleiding gemaakte reiskosten ten bedrage van € 1.205,68.

Aan zijn vordering legt werknemer ten grondslag dat werkgever op grond van artikel 7:658a jo. 7:611 BW gehouden is om te zorgen voor een goede re-integratie, in dit geval in het tweede spoor. De kosten die met deze re-integratie zijn gemoeid, waaronder opleidingskosten, komen voor rekening van de werkgever, aldus werknemer.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het geschil tussen partijen ziet op de verplichtingen die op werkgever jegens werknemer rustten in het kader van de re-integratie tweede spoor. Dienaangaande is in artikel 7:658a BW bepaald dat indien vaststaat dat de eigen arbeid niet meer kan worden verricht en in het bedrijf van de werkgever geen andere passende arbeid voorhanden is, de werkgever gedurende het tijdvak waarin recht op loonbetaling bestaat, de inschakeling van de werknemer in voor hem passende arbeid in het bedrijf van een andere werkgever bevordert. Deze re-integratieverplichting van de werkgever behelst een inspanningsverplichting om tot externe herplaatsing van de werknemer te komen en vloeit voort uit de eisen van goed werkgeverschap als bedoeld in artikel 7:611 BW.

Naar het oordeel van de kantonrechter was werkgever in het kader van haar hiervoor omschreven verplichting om de re-integratie van werknemer in het bedrijf van een andere werkgever te bevorderen, gehouden om de kosten van de door werknemer gevolgde opleiding MVK voor haar rekening te nemen, nu er zich concreet een andere werkgever, in de persoon van het bedrijf Safety, had aangediend waar werknemer stage kon lopen naast de door hem gewenste/gevolgde opleiding MVK. Bij de beantwoording van de vraag of en in hoeverre van een werkgever enige financiële bijdrage kan worden gevergd ten behoeve van de re-integratie speelt ook de redelijkheid een rol. Van een werkgever kan redelijkerwijs niet worden gevergd dat hij financieel bijdraagt aan re-integratietrajecten waarvan vast staat dat die niet tot hervatting van werk zullen leiden. Er was in deze onderhavige zaak echter geen sprake van “zomaar” een opleiding, maar van een opleiding die tot een concrete baan bij een andere werkgever kon leiden. Dat is er uiteindelijk ook daadwerkelijk van gekomen.

De kantonrechter stelt voorts vast dat werkgever in de aan werknemer voorgelegde concept studieovereenkomst een afbouwregeling voor de loonbetaling heeft voorgesteld, in het licht van de stage en de detachering van werknemer bij Safety. De stelling van werkgever dat werknemer (mondeling) met (de voorwaarden van) deze studieovereenkomst akkoord is gegaan, is onvoldoende onderbouwd en zal dan ook worden gepasseerd. Overigens lag het naar het oordeel van de kantonrechter ook niet voor de hand om de kwesties van de opleidingskosten en die van de loonbetaling aan elkaar te verbinden. Wie feitelijk gedurende de detachering het loon van werknemer voor zijn rekening nam, was een aangelegenheid tussen werkgever als uitlener en Safety als inlener bij de detacheringsovereenkomst.

De gevorderde betaling van de (resterende) opleidingskosten worden dan ook door de kantonrechter toegewezen.

Op basis van hetgeen hiervoor is overwogen, acht de kantonrechter ook de gevorderde reiskosten toewijsbaar. Het vergoeden van reiskosten ter zake een in het kader van de re-integratie tweede spoor gevolgde opleiding valt naar het oordeel van de kantonrechter eveneens onder de faciliterende maatregelen die een werkgever dient te treffen om inschakeling van de arbeidsongeschikte werknemer in het bedrijf van een andere werkgever te bevorderen.

Rechtbank Noord-Nederland 12 november 2013, ECLI 2013:6779

Dit artikel is geschreven door de sectie Arbeidsrecht van Van Diepen Van der Kroef Advocaten en het verscheen ook op HR Praktijk.

Vestigingen