Voetbalclubs opgelet! Bij alle transfers van professionele voetballers worden er (als het goed is) vergoedingen uitgekeerd aan de clubs die de betreffende speler hebben opgeleid. Daarbij kan er een onderscheid worden gemaakt tussen de opleidingsvergoeding en de solidariteitsbijdrage en moet er ook een onderscheid worden gemaakt tussen nationale en internationale transfers. Bij nationale transfers gelden namelijk de reglementen van de KNVB, terwijl bij internationale transfers de FIFA-reglementen van toepassing zijn. De verschillen zitten vervolgens met name in de hoogte van de vergoedingen. Bij nationale transfers gaat het namelijk vaak om een paar duizend euro, terwijl bij internationale transfers het vaak gaat om tien- of zelfs honderdduizenden euro’s aan vergoedingen die moeten worden verdeeld onder de opleidingsverenigingen.
Opleidingsvergoeding
De opleidingsvergoeding (in het Engels: training compensation) moet betaald worden wanneer een speler voor het eerst als geregistreerd wordt als professional voor het einde van het seizoen waarin de speler 23 jaar wordt. Ook moet de opleidingsvergoeding betaald worden wanneer de speler voor het seizoen waarin hij 23 jaar wordt een transfer maakt naar het buitenland. De hoogte van de vergoeding wordt vervolgens bepaald aan de hand van nominale bedragen die afhankelijk zijn van de vraag in welke categorie de nieuwe club valt.
Solidariteitsbijdrage
Naast de opleidingsvergoeding bestaat er ook een solidariteitsbijdrage (in het Engels: solidarity contribution). De solidariteitsbijdrage is (bijna) altijd verschuldigd indien een speler een transfer maakt en er voor die speler een transfersom wordt betaald. Van die transfersom moet dan namelijk 5% worden gereserveerd voor de solidariteitsbijdrage. Die 5% moet vervolgens verdeeld worden over alle clubs die de speler hebben opgeleid toen de speler tussen de 12 en 23 jaar oud was. Bij hoge transfersommen kan dat daarom leiden tot een hoge solidariteitsbijdrage.
Het ruilen van spelers
Momenteel gebeurt het vaak dat (amateur) verenigingen de opleidingsvergoeding en/of de solidariteitsbijdrage niet ontvangt, terwijl zij daar wel recht op hebben. FIFA bezig is met het opzetten van het “FIFA Clearing House” en dit zou ervoor moeten gaan zorgen dat de vergoedingen daadwerkelijk op de juiste plekken terecht komt. Totdat het “FIFA Clearing House” een feit is, zijn clubs echter zelf verantwoordelijk voor het incasseren van de verschillende vergoedingen. Voor veel (amateur)clubs is het daarom belangrijk de komende transferperioden de transfermarkt goed in de gaten te houden. En daarbij moet er niet alleen worden gelet op de ‘klassieke transfers’ waarbij er door de nieuwe voetbalclub een transfersom voor de voetballer wordt betaald. Er zal speciale aandacht moeten zijn voor het ruilen van spelers!
Vanwege de uitbraak van COVID-19 zal het ruilen van spelers naar verwachting de komende transferperiode(n) een grotere rol gaan spelen dan gebruikelijk. Onder andere FC Barcelona heeft namelijk al aangekondigd dat het ruilen van spelers ‘onderdeel van het spel’ zal gaan worden, omdat clubs vanwege het coronavirus minder te besteden hebben. Wanneer er echter geen transfersom wordt betaald, is het lastig om 5% te reserveren voor de solidariteitsbijdrage…
Lopen de Nederlandse (amateur)verenigingen daarom nu duizenden euro’s mis? Nee!
Het is vaste jurisprudentie van de FIFA Dispute Resolution Chamber (DRC) dat de solidariteitsbijdrage ook ‘gewoon’ betaald moet worden wanneer er sprake is van een ruildeal.
De hoogte van de solidariteitsbijdrage bij een ruildeal
Terecht kan worden opgemerkt dat er bij een ruildeal geen transfersom betaald wordt en dat het dus haast onmogelijk zal zijn om de hoogte van de solidariteitsbijdrage te betalen. Vaak biedt de transferovereenkomst tussen de clubs echter wel voldoende aanknopingspunten om de hoogte van de vergoeding te betalen.
Dat was bijvoorbeeld het geval in een uitspraak van de FIFA DRC uit 2007. In de betreffende transferovereenkomst stond een bepaling dat, indien een van de spelers niet door de medische testen kwam, er voor de andere speler alsnog een transfersom van € 1.750.000,- betaald moest worden. De FIFA DRC bepaalde dat dit bedrag daarom als basis moest gelden voor het berekenen van de solidariteitsbijdrage. De club, die de speler in kwestie zo’n vier jaar had opgeleid, had daarom recht op maar liefst bijna € 25.000,00 aan solidariteitsbijdrage. Maar zelfs als het contract geen duidelijke aanwijzingen bevat, ligt het op de weg van de FIFA Dispute Resolution Chamber om de marktwaarde van de voetballer te bepalen. Daarbij zal de FIFA alle omstandigheden van het geval meewegen (zoals bijvoorbeeld de hoogte van transfersommen die eerder voor de speler zijn betaald), om zo tot een redelijke marktwaarde te komen.
Vergoeding opeisen
Bent u benieuwd of uw (amateur) voetbalclub (nog) recht heeft op de opleidingsvergoeding of de solidariteitsbijdrage? Aarzel niet en neem vrijblijvend contact op met Joes Blakborn, advocaat sportrecht bij onze vestiging in Amsterdam via 020 – 574 74 74 of per e-mail via j.blakborn@vandiepen.com.
Joes heeft veel ervaring met (internationale) voetbalzaken en procedures bij de FIFA en de Court of Arbitration for Sport (CAS).