De uitbraak van het coronavirus heeft een grote maatschappelijke impact. De gevolgen hebben ook invloed op de juridische verhoudingen tussen commerciële contractspartijen. In principe geldt in het Nederlandse contractenrecht dat afspraken moeten worden nagekomen. Gebeurt dit niet, dan kunnen daar diverse gevolgen aan verbonden zijn. Maar wat als een schuldenaar vanwege de gevolgen van de coronacrisis zijn contractuele verplichtingen niet kan nakomen? Geldt dan nog steeds: afspraak is afspraak?
Indien een contractant zijn verplichtingen niet kan nakomen als een gevolg van het coronavirus, zijn er een tweetal relevante remedies waar een contractant een beroep op kan doen: onvoorziene omstandigheden (art. 6:258 BW) en overmacht (art. 6:75 BW). De gevolgen zijn verschillend. Op de leerstukken zal hierna afzonderlijk worden ingegaan.
Overmacht
Het tekortschieten in de uitvoering van een overeenkomst levert in beginsel aansprakelijkheid van de tekortschietende partij op, tenzij de tekortschietende partij zich op overmacht kan beroepen. In dat geval geldt dat er geen nakoming en/of schadevergoeding gevorderd kan worden. Een beroep op overmacht slaagt wanneer de tekortschietende partij kan aantonen dat de tekortkoming niet aan zijn of haar schuld te wijten is en niet voor zijn of haar risico komt (art. 6:75 BW). Vereist is dat de nakoming (tijdelijk) onmogelijk is.
Of een beroep op overmacht mogelijk is, hangt af van de inhoud van de overeenkomst en – voor zover van toepassing – de algemene voorwaarden. Hierin kunnen namelijk specifieke afspraken opgenomen worden met betrekking tot een beroep op overmacht. Zo kunnen er bijvoorbeeld bepalingen in de overeenkomst opgenomen zijn die een beroep op overmacht beperken of zelfs uitsluiten, zoals de ‘force majeure’ of garanties. Daarnaast worden in overeenkomsten of algemene voorwaarden vaak een exoneratiebeding opgenomen. Zo kunnen partijen een maximumbedrag overeenkomen waarvoor de tekortschietende partij aansprakelijk kan worden gesteld. Al deze omstandigheden hebben invloed op de beoordeling van het overmachtsberoep. Als partijen geen specifieke afspraken hebben gemaakt, dan wordt het beroep beoordeeld aan de hand van de wet.
Voor een geslaagd beroep op overmacht is vereist dat nakoming van de overeengekomen prestatie (tijdelijk) onmogelijk is. Een voorbeeld: Op dit moment liggen wereldwijd fabrieken stil. Het is denkbaar dat een leverancier zijn producten niet kan leveren, omdat hij afhankelijk is van de productie van de fabrieken. In dit geval is een succesvol beroep op overmacht mogelijk, mits de leverancier kan aantonen dat hij op geen enkele andere manier het product kan leveren. Een beroep op overmacht zal namelijk niet slagen als het verrichten van de prestatie op zichzelf gezien nog wel mogelijk is, maar bijvoorbeeld duurder is of meer inspanning vergt. Als de leverancier nog op een andere manier aan het product kan komen, zal het beroep op overmacht niet opgaan. Het is in dat geval denkbaar dat het product duurder wordt of dat er meer inspanning van de leverancier gevergd wordt. Mogelijk biedt een beroep op de onvoorziene omstandigheden dan een uitkomst.
Onvoorziene omstandigheden
In geval van onvoorziene omstandigheden kan de rechter op verzoek van één van de partijen de overeenkomst wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk ontbinden. Voor een succesvol beroep op de onvoorziene omstandigheden (art. 6:258 BW) is vereist dat de omstandigheden van dien aard zijn, dat de wederpartij geen ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst mag verwachten. Daarbij mogen deze omstandigheden, krachtens de aard van de overeenkomst of de verkeersopvattingen, niet voor rekening komen van de partij die zich op de bepaling beroept.
Het is goed denkbaar dat een situatie waarin nakoming van de overeenkomst (veel) hogere kosten of vergaande inspanningen met zich meebrengt een beroep op onvoorziene omstandigheden rechtvaardigt, zoals in het hiervoor besproken voorbeeld van de leverancier het geval was. Ook de situatie waarin de schuldeiser voor wie de prestatie aanzienlijk minder waard is geworden kan een beroep op de onvoorziene omstandigheden gerechtvaardigd zijn. Het is ook goed denkbaar dat een schuldeiser door het coronavirus helemaal niet meer zit te wachten op nakoming van de overeenkomst. Denk aan de situatie waarin benodigdheden worden geleverd voor een evenement, maar de doorgang van dat evenement door de overheid is verboden. In dat geval kunnen de onvoorziene omstandigheden meebrengen dat de instandhouding van de overeenkomst niet gerechtvaardigd is.
Als een beroep op de onvoorziene omstandigheden slaagt, kan de rechter overgaan tot ontbinding of wijziging van de overeenkomst.
Wat kunt u doen?
Denkt u dat een beroep op overmacht of onvoorziene omstandigheden in uw geval kan slagen? Het is dan allereerst van belang te inventariseren wat u in uw lopende contracten heeft afgesproken. Is er een overmachtsclausule opgenomen in de overeenkomst en wat zeggen algemene voorwaarden? Daarnaast is het verstandig na te denken hoe u uw toekomstig te sluiten overeenkomsten in wilt kleden.
Wilt u hierover sparren, wilt u uw overeenkomsten laten nakijken door één van onze advocaten of wilt u hulp bij het opstellen van een overeenkomst? Neem dan gerust contact met ons op.