LARGE-2022_VanDiepen_situaties_DSF9709_v2-scaled

Het afbreken van onderhandelingen: wanneer kan de afbrekende partij aansprakelijk worden gesteld?

17 januari 2023

Nieuwsberichten zijn enkel in het Nederlands beschikbaar.

Het afbreken van onderhandelingen: wanneer kan de afbrekende partij aansprakelijk worden gesteld?

Voordat een overeenkomst tot stand komt, wordt er onderhandeld over (belangrijke) elementen van de potentiële overeenkomst. De onderhandelingen kunnen leiden tot een overeenkomst tussen partijen, maar dit hoeft niet. Het kan zijn dat een partij eenzijdig de stekker uit de onderhandelingen trekt of dat partijen het simpelweg niet eens worden over de inhoud van de overeenkomst. Afhankelijk van het moment van afbreken, kan de afbrekende partij met succes aansprakelijk worden gesteld door de andere partij. In deze blog wordt besproken welke vereisten gelden voor een succesvolle aansprakelijkstelling, zowel in het geval van een voorovereenkomst (bijvoorbeeld een Letter of Intent (“LOI”)) of onderhandelingen zonder voorovereenkomst (onderhandelingen in de precontractuele fase).

Het afbreken van onderhandelingen in de precontractuele fase

In deze fase is er tussen partijen nog geen (voor)overeenkomst gesloten. Wanneer de onderhandelingen eenzijdig worden afgebroken, kan de afbrekende partij jegens de andere partij aansprakelijk zijn voor het positieve dan wel negatieve contractbelang. Het verschil tussen het positieve en negatieve contract belang is – kort gezegd – dat in het geval van het positieve contractbelang de omvang van de schade wordt berekend aan de hand van de hypothetische situatie dat partijen wél een overeenkomst hebben gesloten en welke voordelen de andere partij hierdoor had verkregen. Het negatieve contractbelang ziet enkel op de kosten die de andere partij heeft gemaakt ten behoeve van de onderhandelingen.

Wanneer kan dan de afbrekende partij aansprakelijk worden gesteld? De vereisten voor aansprakelijkstelling zijn door de Hoge Raad in verschillende arresten geformuleerd.[1] Indien op het moment van afbreken van de onderhandelingen sprake was van gerechtvaardigd vertrouwen bij de andere partij dat uit de onderhandelingen een overeenkomst zou voortvloeien, is de afbrekende partij aansprakelijk. Een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat wanneer een gemiddeld zorgvuldig handelend persoon of ondernemer, in de situatie dat de wederpartij de onderhandelingen heeft afgebroken, op het moment van afbreken op mocht kunnen vertrouwen dat een contract zou voortvloeien uit de onderhandelingen. Is hiervan sprake dan kan de afbrekende partij aansprakelijk worden gesteld voor het positieve óf negatieve contractbelang.

Dit kan anders zijn wanneer partijen uit de onderhandelingen redelijkerwijs mochten afleiden dat pas op een specifiek moment een overeenkomst tot stand komt. Zo blijkt uit een arrest die onlangs door het hof Amsterdam is gewezen. Partijen hadden gecorrespondeerd over het ontstaansmoment, maar geen overduidelijke afspraak hierover gemaakt. Toch vond het hof dat de appellant uit de onderhandelingen redelijkerwijs afleiden dat pas een overeenkomst tot stand zou komen zodra alle betrokkenen de overeenkomst hadden getekend. In dit geval was dus geen ruimte voor een vergoeding van het negatieve of positieve contractbelang.

Het eenzijdig afbreken van de onderhandelingen kan in verband met andere omstandigheden ook onaanvaardbaar worden geacht. Wanneer hiervan sprake is, kan de afbrekende partij enkel aansprakelijk worden gehouden voor het negatieve contractbelang.

Het afbreken van onderhandelingen in de contractuele fase

In het geval partijen een voorovereenkomst, zoals een LOI, hebben gesloten, is sprake van een onderhandeling in contractuele fase. Partijen hebben zich dan contractueel verplicht om te onderhandelen over de eventuele overeenkomst, dit is een zogeheten inspanningsverbintenis. Vaak is het eenzijdig afbreken van de onderhandelingen is in geval van een voorovereenkomst zonder financiële gevolgen niet mogelijk, tenzij in alle redelijkheid niet kan worden gevergd dat partijen door blijven onderhandelen. Wanneer hiervan sprake is, is afhankelijk van de specifieke feiten en omstandigheden van het geval. Vaak bevat een voorovereenkomst een bepaling over de verdeling van de gemaakte kosten ten behoeve van de onderhandelingen.

Wanneer partijen zich voldoende hebben ingespannen om te komen tot een overeenkomst, maar dit niet is gelukt, kan een van de partijen de onderhandelingen afbreken. Op het eerste gezicht lijkt dit te kunnen. Echter, de afbrekende partij kan alsnog aansprakelijk gesteld worden voor het positieve of negatieve contractbelang indien bij de andere partij een gerechtvaardigd vertrouwen is ontstaan dat een overeenkomst gesloten zou worden.

Welke andere juridische mogelijkheden zijn er?

Naast een vordering tot schadevergoeding kan de andere partij vorderen dat de afbrekende partij door moet onderhandelen. Ook kan onder omstandigheden nakoming van de overeenkomst gevorderd worden. Of een van deze vorderingen behoort tot de mogelijkheden, hangt af van verschillende factoren. Door het inwinnen van juridisch advies, kunt u erachter komen welke (juridische) mogelijkheden op uw situatie van toepassing zijn en welke mogelijkheid in uw situatie de juiste is.

Het afbreken van onderhandelingen kan voor beide partijen financiële gevolgen teweegbrengen. Het is daarom van belang om uw situatie juridisch in kaart te laten brengen. Zijn de onderhandelingen onlangs eenzijdig afgebroken of bent u voornemens de onderhandelingen te staken en wenst u juridisch advies over uw positie? Dan staan de advocaten van de sectie Ondernemingsrecht u graag te dienst. Samen met u zal worden bepaald welke juridische stap het beste past bij uw situatie.
Voor meer informatie en vragen kunt u contact opnemen met Van Diepen Van der Kroef Advocaten te Utrecht.

[1] Zie HR 18 juni 1982, ECLI:NL:HR:1982:AG4405, NJ 1983/723 (Plas/Valburg), HR 12 augustus 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT7337 (CBB/JPO) en HR 29 februari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC1855 (X/Shell).

Vestigingen