fallback-bg-light

Derdenwerking van een overeenkomst: Deel I

9 december 2021

Derdenwerking van een overeenkomst: Deel I

Stel: U schakelt een aannemer in om uw huis te laten renoveren. Onderdeel van de renovatie is het plaatsen van zonnepanelen. De hoofdaannemer koopt deze zonnepanelen in bij een leverancier. De leverancier (de onderaannemer) komt zijn verplichting uit de overeenkomst met de hoofdaannemer niet na, omdat (een deel van) de zonnepanelen defect zijn of niet het gewenste rendement opleveren. Welke mogelijkheden heeft de opdrachtgever om de onderaannemer aan te spreken?

Schematisch ziet dat er als volgt uit:

Tussen de opdrachtgever en hoofdaannemer vloeit overeenkomst I voort en tussen de hoofdaannemer en de onderaannemer overeenkomst II. De opdrachtgever heeft dus niet rechtstreeks een overeenkomst met de onderaannemer.

Het uitgangspunt van het Nederlandse contractenrecht is dat een overeenkomst enkel werking heeft tussen partijen bij die overeenkomst. Het is daarom voor de opdrachtgever niet mogelijk om de onderaannemer rechtstreeks verantwoordelijk te stellen voor het geleverde werk en bijvoorbeeld nakoming of schadevergoeding op grond van overeenkomst II te vorderen.

In deze tweeluik bespreek ik twee mogelijkheden voor de opdrachtgever. In deze eerste editie sta ik stil bij de onrechtmatige daad en in de tweede editie wordt gekeken of de overgang van kwalitatieve rechten een oplossing biedt.

In dit eerste deel wordt stilgestaan bij de onrechtmatige daad.

In het arrest Wierts/Visseren heeft de Hoge Raad bepaald dat de wanprestatie van de onderaannemer onder bepaalde omstandigheden een onrechtmatige daad tegenover de opdrachtgever kan opleveren. Daarvoor is vereist dat de belangen van de opdrachtgever zo nauw betrokken zijn bij de fatsoenlijke uitvoering van de overeenkomst, dat de onderaannemer deze belangen niet mag verwaarlozen.

In bovengenoemd voorbeeld zijn de belangen van de opdrachtgever nauw betrokken. De opdrachtgever heeft namelijk belang bij goed functionerende zonnepanelen.

Maar let op! De enkele wanprestatie van de onderaannemer is niet voldoende voor het aannemen van een onrechtmatige daad tegenover de opdrachtgever. Daarvoor zijn aanvullende omstandigheden vereist. Deze omstandigheden verschillen per situatie. In het geval Wierts/Visseren had de opdrachtgever onder meer rechtstreekse betalingen verricht aan de onderaannemer en de hoofdaannemer had zijn werk neergelegd.

Uit bovenstaande blijkt dat de onrechtmatige daad mogelijk een oplossing biedt voor de opdrachtgever om de onderaannemer rechtstreeks aan te spreken. Bent u benieuwd of ook de overgang van kwalitatieve rechten een mogelijke oplossing biedt? Lees dan dinsdag 21 december deel II.

Heeft u vragen? Neem dan contact op met onze sectie ondernemingsrecht en/of procesrecht in Utrecht.

Vestigingen