fallback-bg-light

De Rechtbank oordeelt dat een Cypriotische CFD-broker oneerlijke handelspraktijken verricht en moet de belegger de gehele inleg terugbetalen.

30 december 2021
/  Anton Heilig

De Rechtbank oordeelt dat een Cypriotische CFD-broker oneerlijke handelspraktijken verricht en moet de belegger de gehele inleg terugbetalen.

Over de handel in CFD’s (Contracts for difference) is de laatste tijd veel te doen. Misdaadjournalist Kees van der Spek heeft in het tv-programma Oplichters Aangepakt uitzendingen gewijd aan de wereld achter deze handel. In eerdere blogs van mijn kantoor is aandacht besteed aan de (juridische) strijd die gevoerd wordt tegen Cypriotische CFD-brokers. Ook door jurisprudentie wordt steeds meer duidelijk wat voor misstanden plaatsvinden bij deze CFD-handel. Op 1 december 2021 wees de Rechtbank Gelderland een uitspraak waarin mijn kantoor een gedupeerde belegger bijstaat, die € 531.500,– heeft verloren aan een Cypriotische CFD-broker, welke inleg geheel moet worden terugbetaald. Deze uitspraak is reden om de gebezigde handelspraktijken nader tegen het licht te houden.

Contract for difference

Voor een goed begrip van de zaak, wordt eerst uitgelegd wat een CFD precies is. Een CFD houdt in dat een belegger speculeert op de waardestijging of -daling van een onderliggende waarde (bijvoorbeeld een aandeel, index, grondstofprijs of valutakoers) zonder dat zij of de aanbieder van de CFD daadwerkelijk het onderliggende financieel instrument koopt. Indien de prijs van de onderliggende waarde stijgt, ontvangt de belegger, als hij/zij dan de positie weer sluit, een bedrag van de CFD-aanbieder (eventueel verminderd met kosten en/of een provisie). Indien de waarde daalt, houdt de CFD-aanbieder de inleg tot aan het bedrag van het verlies. Ergo: De belegger handelt tegen het beleggingshuis (ofwel de broker).

Deze handel kan gepaard gaan met een “hefboom” of “leverage”. Dit houdt in dat de belegger kan speculeren met een veelvoud van zijn daadwerkelijke inleg. Indien de prijs van de onderliggende waarde stijgt, dan ontvangt de belegger een veelvoud van de winst. Indien de prijs daalt, betaalt de belegger een veelvoud van het verlies. Daarbij geldt dat bij een prijsdaling de aanbieder er voor waakt dat de belegger, naast de inleg, extra geld moet bijleggen door een zogenaamde “margin requirement” te hanteren, oftewel een minimum hoeveelheid liquiditeit op de rekening om de verliezen te dekken. Indien de aanwezige middelen onder de margin requirement dreigen te komen, kan de aanbieder een “margin call” doen. De belegger moet dan geld bijstorten om de positie open te houden (in de hoop dat de prijs nadien zal stijgen). Stort de belegger niet bij, dan wordt de positie automatisch gesloten en is de belegger de inleg definitief kwijt. Zo zorgt de aanbieder ervoor dat er altijd voldoende liquide middelen zijn om eventuele verliezen te dekken en dat de belegger geen restschuld houdt.

Oneerlijke en zelfs agressieve handelspraktijken

Aangezien de belegger tegen het beleggingshuis (of broker) handelt, is de basis bij CFD-handel al fragiel en zou extra waakzaamheid van zowel de belegger als de broker geboden zijn. Daarentegen heeft de broker in deze zaak vooral indruk gewekt dat de belegger goede winstkansen had en onvoldoende de grote risico’s die met het beleggen in CFD’s gepaard gaan inzichtelijk gemaakt. Een algemene zinsnede onderaan ieder webpagina dat circa 85% van de beleggers geld verliest bij handel in CFD’s is ontoereikend, zeker omdat het niet te rijmen valt met het aansporen van de broker richting de belegger om steeds weer geld in te leggen.

Dat de broker telkens aandrong op het bijstorten van geld is te horen op bandopnames. Een broker is namelijk verplicht om telefoongesprekken met haar klanten op te nemen en de bandopnames hiervan te bewaren. Deze bandopnames wilde de broker aanvankelijk niet aan mijn kantoor verstrekken. Hierop heeft mijn kantoor verzocht aan de Rechtbank om de broker te veroordelen tot een dwangsom, met een maximum van € 500.000,– als de bandopnames (gedeeltelijk) niet verstrekt zouden worden. De Rechtbank heeft deze vordering toegewezen. Hierna werd het bandopnamemateriaal verstrekt, waaruit veel duidelijk wordt.

Zo is de belegger – die eigenlijk in bitcoin wilde investeren – ertoe bewogen om CFD’s aan te gaan in forex (ofwel valutaparen), waarbij een van die valuta vaak een zeer beweeglijke koersontwikkeling heeft, zoals de Zuid-Afrikaanse Rand of de Turkse Lira. Deze koersen kunnen in korte tijd sterk stijgen of dalen. Door het hefboomeffect, komt de koers bij een kleine daling al gauw onder de margin requirement, waardoor een positie gesloten wordt en de belegger de inleg permanent kwijt is en de broker wordt verrijkt. Iedere keer als dit dreigde te gebeuren werd de belegger door de broker gebeld, met het verzoek om geld bij te storten. Dit heeft tot stortingen geleid van € 525.000,– in een week tijd.

De druk op de margin level werd overigens vergroot door de praktijk van het in rekening brengen van zogenaamde “swap rates”. Deze kosten zijn een soort rente voor het aanhouden van valutaparen per nacht. Aangezien de broker zelf de onderliggende waarde niet koopt is deze vorm van rente niet begrijpelijk. De broker maakt immers niet per se meer kosten voor het openhouden van posities. Het effect van deze swap rates is wel dat, indien een positie langere tijd wordt vastgehouden en een positieve ontwikkeling laat zien, het door de broker uit te keren bedrag wordt gedrukt door de swap rates. Indien de koers een negatieve trend heeft of stabiel is, zal de swap rate ervoor zorgen dat (sneller) op de margin level wordt ingeteerd. Al met al heeft de swap rate vooral het effect dat de risico’s aan de zijde van de broker worden verkleind en de risico’s aan de zijde van de belegger worden vergroot. Het vermoeden dat dit ook het bedoelde effect is, wordt naar het oordeel van de Rechtbank versterkt door weinig betekenisvolle mededeling dat de swap rates worden vastgesteld door “analysts who take into consideration a great deal of data including market volatility and risk-management figures”, zonder dat inzichtelijk wordt gemaakt welke data in beschouwing worden genomen

De Rechtbank neemt gelet op het voorgaande aan dat op meerdere gronden sprake is van een oneerlijke handelspraktijk en zelfs van een agressieve handelspraktijk als de broker nadat de belegger al haar geld heeft verloren, de belegger onder druk zet om toch nog meer geld in te leggen door bijvoorbeeld geld te lenen van een derde.

Vernietiging van de overeenkomst en terugbetaling van de inleg

In de rechtszaak is door de belegger vernietiging van de overeenkomst gevorderd. De CFD-broker meende dat dit niet mogelijk is, omdat er niet sprake is van één overeenkomst, maar dat iedere keer dat een valutapaar werd aangekocht, als een losse overeenkomst telt. De Rechtbank gaat hier niet in mee. Alle door de broker verrichte handelingen, vormen een samenstel die er allen op gericht zijn de belegger te bewegen tot het aangaan van zeer hoge risico’s, waarvan de broker vervolgens aanzienlijk profiteert. Het samenstel van handelingen van de broker wordt gezien als een gevolg van oneerlijke handelspraktijken zodat de vordering tot het vernietigen van deze overeenkomst(en) ook als samenstel is beoordeeld. De overeenkomst(en) is/zijn dan ook geheel vernietigd en de broker is veroordeeld om de gehele inleg van de belegger terug te betalen.

De broker heeft nog aangevoerd dat terugbetaling van de gehele inleg niet op z’n plaats zou zijn, omdat de belegger ook kans op winst zou hebben gehad. Zonder kans op verlies zou sprake zijn van een loterij-zonder-nieten, aldus de advocaat van de broker. De Rechtbank gaat hier niet in mee. Los van het feit dat terugbetaling van slechts een deel van de inleg moeilijk te rijmen zou zijn met de oneerlijke handelspraktijken van de broker, heeft de broker geen prestatie geleverd waarvoor geld verschuldigd zou zijn. Het bieden van genot van een kans op winst is geen prestatie.

Conclusie

De Rechtbank heeft al met al, de handelspraktijken van een Cypriotische CFD-broker grondig onder de loep genomen en uiteengezet. De les voor de praktijk is dat een belegger zich goed dient te verdiepen in de kenmerken van een product, alvorens erin te beleggen. Zeker waar het gaat om CFD-handel, aangezien dat product bijzondere risico’s kent. Voor de mensen die dit lezen, na verlies te hebben geleden door CFD-handel is dit artikel hopelijk een slag om de arm. Ook na verlies van de gehele inleg is het mogelijk om de broker ertoe te houden dat de gehele inleg moet worden terugbetaald.

De advocaten van onze sectie Aansprakelijkheidsrecht staan u graag ten dienst. Voor meer informatie en vragen kunt u contact opnemen met mr. Anton Heilig, advocaat bij Van Diepen Van der Kroef Advocaten te Hoorn.

Anton
Heilig
Ondernemingsrecht, Procesrecht, Vastgoed en bouw, Financieel recht, Aansprakelijkheidsrecht
Hoorn

Vestigingen