De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) markeert een fundamentele verschuiving in het Europese en Nederlandse ondernemingsrecht. Waar duurzaamheid voorheen vooral een reputatiekwestie was, wordt het nu een juridisch afdwingbare verplichting. In dit artikel bespreken we de stand van zaken in Nederland anno 2025, met bijzondere aandacht voor de zorgplicht van ondernemingen.
Implementatie en vertraging
Hoewel de CSRD op 5 januari 2023 in werking trad, is de Nederlandse implementatiewet nog niet formeel aangenomen. De Europese Commissie heeft Nederland inmiddels in gebreke gesteld vanwege deze vertraging. Door de zogenoemde “stop-the-clock”-richtlijn is de rapportageplicht voor veel grote ondernemingen uitgesteld tot boekjaar 2027. Toch blijft de druk op bedrijven groot om zich voor te bereiden op de nieuwe verplichtingen.
De CSRD en de juridische zorgplicht
De CSRD verplicht ondernemingen om te rapporteren over hun impact op milieu, mensenrechten, sociale kwesties en governance. Deze verplichting raakt direct aan de zorgplicht van ondernemingen: de juridische verantwoordelijkheid om schade aan mens en milieu te voorkomen of te beperken.
In de literatuur wordt betoogd dat de CSRD deze zorgplicht versterkt. Waar de zorgplicht voorheen vooral voortvloeide uit open normen zoals goed ondernemingsbestuur en maatschappelijke verantwoordelijkheid, concretiseert de CSRD deze in meetbare rapportageverplichtingen. Ondernemingen moeten aantonen dat zij risico’s in hun waardeketen identificeren, beperken en monitoren. Dit geldt ook voor toeleveranciers, wat de zorgplicht uitbreidt tot buiten de eigen organisatie.
Rechtspraak en aansprakelijkheid
Hoewel er nog geen Nederlandse rechtspraak is over de CSRD zelf, valt te wijzen op parallellen met zaken als Milieudefensie vs. Shell. In die zaak werd Shell veroordeeld op basis van zijn zorgplicht om klimaatverandering tegen te gaan. De verwachting is dat stakeholders in de toekomst vergelijkbare claims kunnen indienen wanneer ondernemingen tekortschieten in hun CSRD-verplichtingen.
De CSRD kan daarmee fungeren als juridisch ijkpunt voor wat van een “zorgvuldige onderneming” mag worden verwacht. Niet-naleving van de rapportageverplichtingen kan niet alleen leiden tot sancties van toezichthouders, maar ook tot civiele aansprakelijkheid bij schade of misleiding.
Assurance en toezicht
De CSRD vereist dat duurzaamheidsinformatie wordt gecontroleerd door een accountant. In eerste instantie is beperkte zekerheid voldoende, maar de Europese Commissie overweegt een overgang naar redelijke zekerheid. Dit versterkt de juridische status van de rapportage en maakt het moeilijker voor ondernemingen om zich te verschuilen achter onvolledige of onbetrouwbare informatie.
Conclusie
De CSRD verandert duurzaamheidsrapportage van een vrijwillige inspanning in een juridische verplichting. Voor Nederlandse ondernemingen betekent dit een verdieping van hun zorgplicht, zowel intern als in de keten. De komende jaren zullen bepalend zijn voor hoe deze zorgplicht juridisch wordt ingevuld en gehandhaafd. Ondernemingen doen er verstandig aan om niet te wachten op formele wetgeving, maar nu al werk te maken van hun duurzaamheidsstrategie en rapportage.
Wilt u meer informatie, neemt u gerust contact op met mr. Martijn Bonefaas, advocaat en partner bij Van Diepen Van der Kroef Advocaten.