Veiling

De bloemenhandel en Wwft, maatstaven voor opzegging van de bankrelatie

10 juli 2024
/  Martijn Bonefaas

Nieuwsberichten zijn enkel in het Nederlands beschikbaar.

De bloemenhandel en Wwft, maatstaven voor opzegging van de bankrelatie

Inleiding

De bloemenhandel is een bijzondere sector. De ligging van Nederland, de haven van Rotterdam, Schiphol Airport en Aalsmeer als kloppend hart van de bloemenhandel maken dat Nederland hét land is waar de internationale bloemenhandel samenkomt.

In de branche zijn contante betalingen nog gebruikelijk, waardoor de bloemenhandel ook geschikt is voor het opzetten van dekmantels voor minder frisse activiteiten en het creëren van fictieve omzet. De bloemenhandel wordt dan ook als branche met vergroot risico in de zin van de Wwft gezien, met onder meer tot gevolg dat er verscherpt onderzoek moet plaatsvinden naar de klanten. Een bank die de bloemenhandel faciliteert met bijvoorbeeld een betaalrekening kan naar aanleiding van het cliëntenonderzoek tot de conclusie komen dat zij de bankrelatie wil beëindigen omdat een klant een (te) groot risico zou vormen met het oog op de Wwft. En wanneer het cliëntenonderzoek niet tot het beoogde resultaat leidt, is de bank zelfs verplicht de bankrelatie te beëindigen op grond van artikel 5 lid 3 Wwft.

Een voorbeeld uit de praktijk

In een kwestie tussen een bloemenhandel uit Hoofddorp en Rabobank heeft de Voorzieningenrechter van Rechtbank Amsterdam op 22 september 2020 geoordeeld dat de bankrelatie voorlopig niet opgezegd mocht worden.

Een bloemenhandel uit Hoofddorp had een rekening-courantovereenkomst gesloten met Rabobank. Omdat Rabobank zorgen had dat de onderneming bewust of onbewust bij fraude en/of witwassen betrokken was, heeft zij mondelinge en schriftelijke vragen gesteld. De vragen zagen onder meer op betalingen en ontvangsten en de interne handelswijze en systemen om witwassen te voorkomen.

Rabobank heeft aan de bloemenhandel laten weten dat bij een onvolledige beantwoording van de vragen een onvolledig klantbeeld ontstaat en dit aanleiding zou kunnen zijn om de klantrelatie te beëindigen. Ook heeft Rabobank een feitenonderzoek laten uitvoeren.

Opzegging bankrelatie

Enige tijd later heeft Rabobank de bankrelatie opgezegd. Voor de opzegging van de bankrelatie heeft Rabobank verschillende redenen aangevoerd. Ten eerste stelt Rabobank dat de klantrelatie binnen een jaar in meerdere opzichten is veranderd. Zo heeft er een aandelenoverdracht plaatsgevonden waarbij in totaal 40% van de aandelen zijn overgedragen aan twee personen met een Russische nationaliteit. Ten tweede stelt Rabobank dat de aangeleverde informatie onvoldoende transparant is. Ten derde stelt Rabobank dat de bloemenhandel geen zakelijke binding meer heeft met Nederland. Het voorgaande heeft ertoe geleid dat Rabobank het risico onbeheersbaar achtte. Rabobank stelt dat er sprake is van een onacceptabel risico op witwassen en verwijst naar het uitgevoerde feitenonderzoek.

Algemene bankvoorwaarden en artikel 5 lid 3 Wwft

Rabobank heeft de mogelijkheid om de bankrelatie op te zeggen op grond van contractuele bepalingen uit de Algemene Bankvoorwaarden. Op grond van artikel 5 lid 3 Wwft is Rabobank verplicht de bankrelatie op te zeggen, indien uit het cliëntenonderzoek blijkt dat een relatie met de desbetreffende cliënt grote integriteitsrisico’s met zich meebrengt of dat het cliëntenonderzoek is mislukt.

De Voorzieningenrechter is echter van oordeel dat niet af te leiden is dat sprake is van een onacceptabel risico nu uit het feitenonderzoek blijkt dat sprake is van een niet insignificant risico. Rabobank heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van een onacceptabel risico waardoor zij de bankrelatie verplicht was te beëindigen.

Belangenafweging

Bij de hiervoor genoemde contractuele opzegging dient wel een belangenafweging gemaakt te worden. Rabobank mag gebruik maken van haar contractuele bevoegdheid, tenzij dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (art. 6:248 lid 2 BW).

De Voorzieningenrechter oordeelde dat de bloemenhandel voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het beëindigen van de bankrelatie voor de bloemenhandel zeer bezwaarlijk is. Hiervoor is relevant dat de bloemenhandel volgens de Voorzieningenrechter reputatieschade zal oplopen bij leveranciers en afnemers en dat andere banken ook geen bankrelatie zouden willen aangaan als de reden van de opzegging bekend zou worden. Hoewel de bloemenhandel de aandelenoverdracht eerder had moeten melden kan dit niet leiden tot een rechtsgeldige opzegging van de bankrelatie. Ook het feit dat de nieuwe aandeelhouders van Russische nationaliteit zijn maakt dit volgens de Voorzieningenrechter niet anders. De Voorzieningenrechter oordeelt dat Rabobank de bankrelatie in stand moet laten tot in een bodemprocedure eventueel anders wordt geoordeeld

Rabobank heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing en de bloemenhandel is een bodemprocedure gestart. Bij vonnis van 30 juni 2021 van de Rechtbank Amsterdam is alsnog geoordeeld dat Rabobank de bankrelatie met de bloemenhandel mocht opzeggen.

Daarbij is geoordeeld dat Rabobank vanwege de gegeven omstandigheden niet kon voldoen aan haar verplichting op grond van artikel 3 lid 2 sub d Wwft (de voortdurende controle op de zakelijke relatie) en dat zij daardoor een gerechtvaardigd belang had bij het opzeggen van de overeenkomst met de bloemenhandel.

Een ander belangrijk gegeven was dat de bloemenhandel toch ook bleek te beschikken over betaalrekeningen bij ABN AMRO Bank en bij ING Bank. Ook de door de bloemenhandel gestelde reputatieschade was niet aannemelijk en de gestelde opname in het externe verwijzingsregister (EVR) was evenmin aan de orde. De opzegging door Rabobank is volgens de Rechtbank daarom niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.

Tot slot

De bloemenhandel wordt als branche met een vergroot risico in de zin van de Wwft gezien. Betrokken banken zullen dus streng controleren en vergaande cliëntonderzoeken willen verrichten, waarbij opzegging van de bankrelatie tot de mogelijkheden behoort. De beoordeling of een dergelijke opzegging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, is sterk afhankelijk van de omstandigheden van het geval.

Heeft u vragen over de opzegging van uw bankrelatie? Neem dan contact op met Martijn Bonefaas, advocaat en partner bij Van Diepen Van der Kroef Advocaten in Hoorn, via m.bonefaas@vandiepen.com of via 0229-287 000.

Handels- en distributierecht
Financieel recht
Martijn
Bonefaas
Commerciële Contracten, Insolventie en herstructurering, Financieel recht

Vestigingen