Twee weken geleden werden alle platformverkopers afgesloten van blokker.nl. Een paar uur later bleek dat Blokker uitstel van betaling had aangevraagd. Uitstel van betaling is meestal een voorbode van faillissement. Een spannende tijd dus voor de e-commerce ondernemers die zich aan Blokker hadden verbonden. Nu steeds meer platforms worden opgericht en de concurrentie groter wordt, is de kans best wel aanwezig dat er in de toekomst wéér een platform failliet gaat. Dat is een nieuw risico waar e-commerce managers rekening mee moeten houden. In dit artikel staat meer over de gevolgen van een faillissement voor platformverkopers.
Uitstel van betaling en faillissement
Organisatie in tijdelijke financiële moeilijkheden kunnen de rechter verzoeken om uitstel (surseance) van betaling. Gedurende het uitstel (max 1.5 jaar) kunnen schuldeisers hun vorderingen niet innen. De rechter stelt vervolgens een bewindvoerder aan, die probeert de financiële moeilijkheden op te lossen. Vaak zijn deze problemen onoplosbaar, omdat bestaande leveranciers en banken hun kredietfaciliteiten mogen opzeggen bij surseance van betaling en andere partijen niet snel goederen en diensten zullen leveren zonder voldoende zekerheid dat ze betaald worden. Daarbij komt nog dat surseance van betaling vaak door bedrijven wordt aangevraagd omdat een surseance minder heftig en definitief klinkt dan faillissement, verder is het een voordeel dat de aandeelhoudersvergadering zich anders dan bij een faillissement niet hoeft uit te laten over de aanvraag voor een surseance. Als de bewindvoerder uiteindelijk geen uitweg ziet dan kan verzoeken de surseance om te zetten naar een faillissement. Het voordeel van een surseance kan zijn dat enige tijd wordt gewonnen om een doorstart voor te bereiden.
De gevolgen van een faillissement voor platformverkopers
Platformverkopers zijn vaak zeer afhankelijk van één of meerdere platforms. Een faillissement kan dan ook grote gevolgen hebben voor hen. Hieronder zet ik de voornaamste aandachtspunten op een rij.
Verlies afzetkanaal
E-commerce managers kiezen vaak zorgvuldig voor bepaalde afzetkanalen, zoals een specifiek platform. Door het faillissement kan dat afzetkanaal ineens wegvallen. De curator heeft in beginsel namelijk niet de verplichting het verkoopkanaal open te laten. Dat kan vergaande gevolgen hebben voor de verkoper. Zeker als de verkoper niet voldoende gediversifieerd heeft.
In de podcast Op weg naar 20 miljoen van Framework vertel ik meer over het afhankelijkheidsrisico dat gepaard gaat met platformverkoop. Platformverkoop biedt namelijk aanzienlijke voordelen: bestaande afzetmarkt, aansluiten bij een bepaald imago, bestaande infrastructuur. Het nadeel ten opzichte van traditionele e-commerce is dat de platformverkoper minder zelf opbouwt. Bij een faillissement is de verkoper deze investering meestal helemaal kwijt. Veel nieuwe platforms (Kwantum, Decathlon, Blokker, Kruidvat), zijn gekoppeld aan een bestaande winkelketen. Dat vergroot het risico dat het platform wordt meegesleurd als de winkelketen in de problemen komt. Met dat risico dient de ecommerce manager rekening te houden bij het kiezen voor een platform.
In de podcast “Op weg naar 20 miljoen” vertelt platform-advocaat Stephan Mulders meer over de afhankelijkheidsrisico’s bij platformverkoop.
Uitbetalingsrisico bij platform faillissement
Meestal collecteert het platform de betalingen van de consument en betaalt deze vervolgens eens per maand uit aan de verkoper. De verkoper heeft dan dus een vordering op het platform. Het gevolg van surseance van betaling is dat de verkoper die vordering niet kan incasseren. Als het platform vervolgens failliet gaat dan is de verkoper doorgaans een concurrente schuldeiser. Dat betekent dat de verkoper pas meedeelt in de opbrengst van het faillissement nadat de curator, fiscus, pandhouders en personeelsleden zijn betaald.
Organisaties gaan doorgaans niet voor niets failliet. Onderzoek heeft in 2015 uitgewezen dat de concurrente schuldeisers gemiddeld maar 2% van hun vordering krijgen. Waarschijnlijk ziet de platformverkoper dus weinig meer van de laatste uitbetaling. Het is verstandig om met dit soort noodsituaties rekening te houden bij de liquiditeitsplanning. Ook is het verstandig om het nieuws rond het platform goed in de gaten te houden. Zodra het platform dreigt te failleren of uitstel van betaling aan te vragen, kan het soms beter zijn om even geen artikelen meer te verkopen via het platform.
Leveringsplicht en garanties
De platformverkoper blijft verplicht om de verkochte goederen te leveren, ook al dreigt het platform niet uit te betalen. De verkoper gaat namelijk altijd een directe overeenkomst aan met de (consument-)koper. Die koper betaalt ook netjes aan het platform. Dat betekent dat de verkoper verplicht blijft om de goederen te leveren. In hoeverre dit een probleem is in de praktijk hangt af van de waarde van de goederen. Als het goederen van hoge waarde zijn, dan is er een grote kans dat kopers gaan klagen of zelfs juridische stappen zetten.
Ook garantieverplichtingen blijven gewoon bestaan. De koper hoeft namelijk niet bij het (failliete) platform aan te kloppen, maar kan gewoon de verkoper aanspreken. Afhankelijk van het type producten kan daar dus een aanzienlijke kostenpost uit voortkomen.
Voorraad en logistieke diensten
Veel platforms bieden aanvullende logistieke diensten aan (LvB, FBA. In dat geval legt de platformverkoper een gedeelte van zijn voorraad bij het platform, zodat het platform vervolgens voor de levering kan zorgdragen. Wanneer het platform failliet gaat dan krijgt de curator de beschikking over alle goederen die zich in de boedel bevinden. De verkoper blijft echter eigenaar van deze goederen en kan ze van de curator opvorderen. Daarvoor moet de verkoper wel kunnen bewijzen welke goederen van hem zijn, hetgeen in de praktijk lastig kan zijn, vooral als er chaos is ontstaan in het logistieke systeem. Daarnaast is de verkoper in belangrijke mate afhankelijk van de medewerking van de curator. Hoewel curatoren het eigendomsrecht doorgaans wel respecteren, zal de verkoper in ieder geval langere tijd niet over zijn voorraad kunnen beschikken. Op het moment dat de verkoper kan bewijzen welke goederen van hem zijn, dan kunnen die doorgaans wel worden opgehaald en zal de curator daaraan moeten meewerken. Houd er wel rekening mee dat de curator in veel gevallen een zogeheten boedelbijdrage zal vragen voor het ophalen van de goederen. Dat betekent dat de verkoper voor de handelingen van de curator rond het ophalen en veiligstellen van de goederen een bijdrage moet betalen. Zonder betaling zal de curator de goederen in beginsel niet meegeven. Controleer ook altijd even bij de curator of geen afkoelingsperiode is afgekondigd. In die door de rechtbank gelaste periode, kunnen eigendommen niet worden opgeëist. De afkoelingsperiode geeft de curator de rust om te controleren wat zich in de boedel bevindt, zonder dat schuldeisers overal producten gaan opeisen.
Wat te doen na faillissement?
De curator kan ervoor kiezen om het failliete bedrijf nog even te laten doorlopen, het zogeheten voortzetten. Het voordeel daarvan is dat op die manier nog geld wordt verdiend voor de schuldeisers en tevens een doorstart kan worden voorbereid. Indien de curator daartoe overgaat, zal hij dat doorgaans mededelen. Bekijk goed welke afspraken gemaakt worden rond het voortzetten en of er een garantie bestaat dat ook betaald zal worden voor de goederen die worden verkocht. In veel gevallen kan je namelijk niet gedwongen worden mee te werken aan een voortzetting.
Controleer na een faillissement altijd welke afspraken er bestaan met het platform. Soms bepalen overeenkomsten dat bij het faillissement van een platform, de overeenkomst kan worden opgezegd of automatisch eindigt. Als dat niet is geregeld, dan kan de verkoper aan de curator vragen of hij de overeenkomst met de verkoper wil voortzetten. Daarvoor is het vereist dat de curator een termijn wordt gesteld (van ongeveer 2 weken) en aan de curator wordt verzocht of hij de overeenkomst wil voortzetten. Als de curator dat wil, dan moet hij zekerheid stellen voor de nakoming van de overeenkomst. Als de curator niets laat weten of aangeeft de overeenkomst niet voort te zetten, dan kan de curator geen nakoming meer eisen van de overeenkomst en heeft de verkoper het recht de overeenkomst te ontbinden.
Houd er rekening mee dat bij een faillissement de vordering van de verkoper op het platform een concurrente schuld zal zijn. Dat betekent dat de uitkering bijzonder laag zal zijn en vaak erg lang op zich laat wachten. Stop dan ook op tijd met verkoop via het platform. Zeker op het moment dat het faillissement daadwerkelijk is uitgesproken, is het van belang zo snel als mogelijk geen producten meer te verkopen, tenzij goede afspraken gemaakt kunnen worden met de curator waardoor zekerheid over betaling bestaat.
Takeaways
- Denk bij het selecteren van een afzetkanaal, zoals een platform, ook op het risico van faillissement. Door de combinatie van fysieke winkels en e-commerce, is het risico op faillissement bij nieuwe platforms groter dan bij traditionele platforms zoals Bol en Amazon.
- Investeer in verschillende afzetkanalen. Houd rekening ermee dat één kanaal plotseling kan wegvallen. Bij een faillissement worden de openstaande uitbetalingen waarschijnlijk niet betaald.
- De verkoper blijft verplicht te leveren aan de koper als het platform failliet gaat. Ook garantieverplichtingen moeten gerespecteerd worden.
- Als de verkoper gebruik maakt van logistieke diensten zal hij waarschijnlijk niet meteen zijn voorraad kunnen terughalen. Dan moet hij mogelijk extra investeren in nieuwe voorraad.